De watermolen Oele wordt beheerd door vrijwilligers. De openingstijden staan op de homepage.

Vroeger was de molen onderdeel van een havezate. Huis en molen zijn door de eeuwen heen onafscheidelijk geweest. Vanaf de 16 eeuw lezen we ook apart over de watermolen en haar molenaars diverse verhalen. Bijvoorbeeld over Robert molenaar ‘ter oelder molen’. Hij zou een buitenechtelijk kind hebben verwekt die hij niet kennen wilde. Daar is zelfs een rechtszaak over aangespannen door de moeder. Ook is er wel eens waterschade geclaimd door stroomopwaarts wonende, omdat de molenaar het water te lang en te hoog gestuwd had om de molen kracht te geven.

In 1690 is een gevelsteen geplaatst ter ere van de herbouw van de molen. ‘Uit de gront uernuit door’ en dan de namen van de adelijken die dit geregeld hadden. Uit de grond vernieuwd. Er is wel ouder materiaal gebruikt bij de herbouw. Dat is te zien aan een balk die binnen in de molen gebruikt is en waar het jaartal 1668 in staat. En, in de Franse revolutie zijn de wapens van de adellijke families van de gevelsteen gehakt. Jammer, maar wel een mooi verhaal.

De molen bestond uit twee molens. Eén ter linkerzijde van de molenbeek en één ter rechterzijde. De noordelijke molen bestaat nog. Dat is de graanmolen. De zuidelijke molen is verdwenen. Dat was een oliemolen. Er is nog een foto waar beiden op staan uit 1883.

In 1880 is de molen in bezit gekomen van Twickel en toen is de oliemolen in verval geraakt. Twickel had immers al een oliemolen, de Noordmolen, ook onderdeel van deze fietsroute. Uit een verkoopadvertentie van notaris Staring uit 1858 hebben we nog een mooie beschrijving van het gebouwencomplex.

De korenmolen heeft nog tot in de tweede wereldoorlog gewerkt. In 1971 is de vervallen molen ‘om niet’ overgedragen aan de gemeente Hengelo. In 1972 is de molen grondig gerenoveerd door de gemeente Hengelo. Daarom staat hier nog steeds een goed werkende graanmolen met onderslagrad. Het water stroomt tegen de onderste schoepen aan waardoor het rad begint te draaien. Eerst het verval, dan de waterkracht. Bij laag water kan dit wel eens niet goed werken (dat weten wij als molenaars maar al te goed). Vroeger hebben ze daar wat op bedacht. Het is goed te zien dat lager in de molen nog een as heeft gezeten van een bovenslagrad. Hierdoor kon de molen destijds langer draaien. Het beschikbare water werd naar het rad geleid en viel net over het midden op de schoepen. Hierdoor ging dit rad dan ook draaien.

Sinds de nationale molendag in 1976 draait de molen weer en kan er ook echt graan gemalen worden.

De openingstijden hangen op de schuur die recentelijk is bijgebouwd en waar de vrijwillige watermolenaars hun verblijfsruimten hebben en waar ook een (invaliden)toilet aanwezig is.

De molenaars nu zijn:

Theo, Jan en Angelo. 

Molenaars in opleiding zijn:

Clemens, Henk, Henk Willem, Raimond en Wim

Gastheer is:

Taeke